Spelregelvragen ronde 7.

Spelregelvragen ronde 7

Vraag 1.
Tijdens een wedstrijd kent de scheidsrechter een vrije schop toe aan de aanvallende partij, op zestien meter van het doel van de tegenpartij. De aanvaller die de schop neemt schiet de bal rechtstreeks naar het doel van de tegenpartij. Een op de doellijn staande verdediger, niet zijnde de doelverdediger, stompt de bal met de vuist over het doel, voordat de bal de doellijn had gepasseerd.
Wat zal de scheidsrechter nu moeten beslissen?

A. Hij zal een hoekschop toekennen aan de aanvallende partij en de verdediger een waarschuwing geven door het tonen van de gele kaart.
B. Hij zal een strafschop toekennen aan de aanvallende partij en de verdediger van het speelveld zenden door het tonen van de rode kaart.
C. Hij zal een strafschop toekennen aan de aanvallende partij en de verdediger een waarschuwing geven door het tonen van de gele kaart.

Vraag 2.
Een aanvaller, staande naast het doel en achter de doellijn van de tegenpartij, gooit een kluit modder naar een in het doelgebied staande verdediger. De scheidsrechter heeft dit gezien en onderbreekt hiervoor het spel.
Wat is de beslissing van de scheidsrechter?

A. De aanvaller wegzenden en een indirecte vrije schop voor de verdedigende partij op elke willekeurige plaats in het doelgebied.
B. De aanvaller wegzenden en een directe vrije schop voor de verdedigende partij op elke willekeurige plaats in het doelgebied.
C. De aanvaller wegzenden en een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was, toen het spel werd onderbroken.

Vraag 3.
Bij een inworp werpt de gooiende speler de bal (niet hard) tegen een tegenstander aan, met de duidelijke bedoeling de bal weer te kunnen spelen.
Wat beslist de scheidsrechter?

A. Hij geeft een directe vrije schop tegen de inwerpende speler.
B. Hij laat doorspelen.
C. Hij geeft een indirecte vrije schop tegen de inwerpende speler, alsmede een waarschuwing door het tonen van de gele kaart wegens onsportief gedrag

Vraag 4.
De doelverdediger neemt een vrije schop vanuit zijn strafschopgebied. Van buiten het strafschopgebied komt de bal rechtstreeks bij hem terug, omdat de scheidsrechter de bal raakte. De doelverdediger speelt de bal nu met de hand.
Wat moet de scheidsrechter doen?

A. Indirecte vrije schop voor de tegenpartij.
B. Strafschop voor de tegenpartij.
C. Doelschop overnemen.

Vraag 5.
De spits van partij A ontvangt de bal rechtstreeks uit een doelschop van zijn partij. Hij heeft alleen nog de doelverdediger van partij B voor zich. Als hij op het doel schiet, laat deze doelverdediger de bal zonder meer lopen.
Welke beslissing neemt de scheidsrechter?


A. Indirecte vrije schop wegens onsportief gedrag van de doelverdediger.
B. Aftrap na geldig doelpunt.
C. Indirecte vrije schop wegens buitenspel.

Vers is het lekkerst
//